Antichrist
Bedenk dat
Jezus Christus heeft gezegd dat de antichrist zo nauw gelijkend zou zijn dat
het de uitverkorenen zou misleiden. Hij zei: “Laat niemand u verleiden.” Hij
zei: “Wees niet gelijk de heidenen, door uw gebed steeds te herhalen 'Wees
gegroet Maria, gezegend zijt gij, vol van genade, en gezegend zij de...'” Hij
zei: “Wees niet als de heidenen die vergeefse herhaling gebruiken.” Hij zei:
“En noem ook niemand 'vader', naar deze aarde, want u hebt één Vader en die is
in de hemel.” Maar u keert zich om en verbindt u daarmee; u doet het toch,
omdat het populair is. De duivel heeft altijd iets populairs gehad. Het is
altijd zo geweest vanaf het begin, “een vorm van godsdienst”. Kaïn had
hetzelfde. Hier komt zijn geest precies weer binnen door de antichrist; en hier
komt ook Abel, die vermoord is. Dat is juist. Merk op en kijk.
En in deze
laatste dagen is hier de geest van de antichrist en de Geest van Christus. De
geest van de antichrist zegt: “De dagen van de wonderen zijn voorbij.” De Geest
van Christus zegt: “Hij is gisteren en heden Dezelfde tot in eeuwigheid.” De
geest van de antichrist zegt: “Het maakt geen verschil of u gedoopt bent in de
naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest; of u bent begoten, besprenkeld,
of wat het ook is. Het betekent hetzelfde.” De Bijbel zegt dat Gods Woord
onfeilbaar is en Hij kan niet veranderen. Wie zult u gaan dienen? Het is aan u.
Nu, u zegt: “Kunnen zij samen wonen? U zei dat zij in die ark zijn, broeder
Branham; je had er zowel Cham als Seth.” Dat is juist, precies juist. Cham was
boos. Seth was godsdienstig en rechtvaardig. Goed. Laat ons Cham even volgen. Goed,
daar zijn Cham en Seth in dezelfde ark. De ene rechtvaardig en de ander
onrechtvaardig. Er waren een kraai en een duif in dezelfde ark. Judas en Jezus
waren in dezelfde gemeente. Daar was de antichrist en de Heilige Geest in
dezelfde gemeente. En vandaag werken diezelfde geesten; “Hebbende een schijn
van godzaligheid, zeer religieus, maar hebbende een schijn van godzaligheid en
de kracht ervan verloochenend. Keer u af van dezulken!”
