U weet dat er
een tijd was dat er op aarde geen antistof tegen pokken was. Velen stierven aan
pokken, omdat er geen antistof was. Difterie, geen antistof, maar nu kun je er
tegen worden ingeënt. Wanneer er een epidemie in een stad uitbreekt, ga je vlug
een pokkenvaccinatie of een inenting tegen difterie halen. Zij hebben antistof.
Ik ben daar dankbaar voor. Ik ben er blij om. Ik ben blij dat we het hebben. En
voor het Salk-vaccin voor kleine kinderen dank ik de Here. Bid dat Hij ons meer
en meer wil geven.
Sommige
medicijnen zullen werken bij sommige mensen, terwijl het een ander zal doden.
Je kunt er niet al te zeker over zijn, maar ik wil één ding zeggen. Gods balsem
voor de zonde heelt iedereen. Wie ook maar wil, of hij... wat voor natuur het
ook is, het geeft niet wie het is, Gods balsem is het middel tegen de zonde,
het dubbele geneesmiddel. Ik heb me dikwijls verbaasd, en ik heb vele fijne
doktervrienden, en zij bestuderen de medische tijdschriften, enzovoort en soms
krijg ik er een voor studie. Ik houd ervan te bedenken hoe God handelt in de
medische wetenschap. Weet u hoe ze medicijnen ontdekken? Wel, de wetenschap
doet verschillende chemicaliën tezamen en probeert het uit en na een tijdje
hebben ze een recept opgebouwd, en dat recept injecteren zij in een cavia. Zij
proberen het op een cavia, en als het op de cavia goed uitwerkt, dan proberen
ze het op een mens.
Ik ga iets
zeggen. Hij beproefde het evenmin op een cavia. Hij gaf het aan Zijn zoon. Hij
injecteerde Hem aan de Jordaan toen de Heilige Geest op Hem neerkwam. Iedere
jongen, ieder oog lette op Hem toen Hij leefde. Hij leefde het leven van God.
Hij leek op God. Hij handelde zoals God. Hij leefde zoals God. Hij bad zoals
God. Hij genas zoals God. Hij wekte de doden op zoals God. Hij was God. God
was... Hij was ingeënt tegen de dingen van de wereld, en zij letten op Hem. In
het uur van Zijn dood werkte de inenting. Er was een serum door God gegeven dat
de doden zal doen opstaan uit het graf, en zij wilden de inenting. Toen ik er
voor het eerst van hoorde, wilde ik het ook. Ik ben zo blij dat wij er nog
steeds genoeg van hebben: van de inenting tegen de zonde.
