Pagina's

Pinksteren

Wij leven in de laatste dagen, waarin God beloofde dat Hij Zijn Geest zou uitstorten op alle vlees. Halleluja! Wij zijn hier aan het einde van de weg. Dank God voor enige Kalebs en Jozua's die gereed zijn om over te steken, halleluja, om over te steken en het bewijs mee terug te brengen, halleluja. Het is een geweldig land! Ze brachten twee trossen druiven mee terug en ze liepen zo, proberend die te dragen. Wat een grond! Wat een plaats! Dank God voor mensen die overgestoken zijn uit hun oude, vormelijke, vastgeketende kerk in een vastgeroeste toestand. Halleluja! Zij kwamen tot een plaats waar zij overstapten in het land KanaƤn en heel wat goede druiven aten, die je zelfs doen kwijlen in de preekstoel. Halleluja! Het is allemaal goed ouderwets... Ze dronken van de wijn zoals Petrus dronk op de dag van Pinksteren, toen de kracht van God over de gemeente kwam.

Petrus zei: “Bekeert u, een ieder van u, en wordt gedoopt in de Naam van Jezus Christus voor de vergeving van uw zonden, want gij zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. Want de belofte is voor u en voor uw kinderen en voor hen die ver weg zijn, zovelen als de Here, onze God, ertoe roepen zal.” Glorie! Halleluja! Ieder die aan Gods voorwaarden voldoet en een priester wordt, om in te gaan achter de voorhang en zichzelf af te scheiden van de wereld, ontvangt niet alleen een mondvol, maar een hart vol van het oorspronkelijke manna dat viel op de dag van Pinksteren. Niet iets wat erop lijkt, maar iets van het echte! Halleluja! Prijs God. Juist. Daar gingen ze, trokken verder. Hoelang zal het doorgaan? Totdat Jezus komt. Het manna ging door totdat zij het andere land betraden en iets van het oude koren kregen. Is dat juist?

Nu, dat was een volmaakt type van onze voeding vandaag. Dat manna hield nooit op, het viel elke avond; elke avond, heel de tijd dat zij op reis waren, uit Egypte naar het beloofde land. En de Heilige Geest viel zodra de discipelen Egypte verlieten; op de dag van Pinksteren kwam de Heilige Geest uit de hemel, dezelfde plaats als waar het manna vandaan kwam, als een ruisende, machtige wind, vulde heel het huis waar zij zaten en verdeelde tongen als van vuur zetten zich op hen. Zij gingen naar buiten, schreeuwend en handelend als dronkenmannen, dansend, waggelend, schreeuwend, huilend en al het andere.